Het
vier-ogen principe, nooit meer alleen op de groep, want dan gebeuren er
ongelukken! Vier ogen zouden meer zien dan twee. Laat ik u dit vertellen, hoe meer ogen, hoe minder
we zien. Of zien we wel, maar is er iets anders aan de hand?
Mag ik u
een waargebeurd verhaal vertellen? Ik
heb het niet zelf meegemaakt, maar ik kreeg dit verhaal uit de eerste hand. Een
collega vertelde me het volgende:
In een
kindercentrum zit een klein baby’tje, in een wipstoeltje in een hele grote hal.
Het kindje zit er wat ongelukkig bij, helemaal scheef gezakt en onderuit. Het
ziet er niet makkelijk en comfortabel uit.
Een groep
locatiemanagers die in dat kindercentrum een vergadering hebben lopen langs dat
kleine baby’tje naar buiten. Er is een lunchpauze gepland en de deelnemers komen na een half uur weer opgefrist binnen.
Mijn
collega, die een onderdeel uit de vergadering begeleid, hoort het volgende
wanneer zij weer binnen komen ‘Heb je dat
gezien, dat baby’tje, dat baby’tje in de speelhal? Dat kan toch niet, die ligt
nu zeker al meer dan een half uur zo ongelukkig en onderuitgezakt in dat
wipstoeltje’? De een na de ander verbaast zich over hoe dat nu mogelijk is.
Meer dan
10 mensen, meer dan 20 ogen lopen twee maal langs dat baby’tje. Iedereen ziet het en iedereen zegt er wat van
wanneer ze eenmaal in de vergaderruimte zijn aangekomen. Maar gelukkig komt het moment, heel snel
al, dat de managers zelf tot de ontdekking komen dat iedereen het ziet,
maar dat niemand er wat van zegt of wat aan doet. Want ja, dit is niet hun
eigen locatie.
Een
dappere manager neemt een besluit en gaat terug, zij gaat een interventie
plegen, dat hebben zij tenslotte geleerd in hun opleiding. Het is een prima
interventie voor dat moment, want de betreffende pedagogisch medewerker wordt
aan het denken gezet en doet direct iets aan de situatie. Het kindje wordt
lekker op een speelkleed gelegd en kan zich gaan bewegen zoals dat bij kinderen
hoort.
Dit soort
praktijkverhalen horen en zien wij, de maatschap, wel vaker. In onze opleiding
hebben we het er natuurlijk over.
Hoe komt het dat we vaak niet
durven te interveniëren? Niet alleen vinden we het vaak erg moeilijk op onze
eigen locatie, maar het lijkt haast onmogelijk op de locatie van een andere
leidinggevende.
Maar van wie zijn die kinderen
dan, die zijn toch ieders verantwoordelijkheid?
En realiseren we ons, dat wanneer
we eenmaal iets zien dat niet door de beugel kan, dat we dan ook ‘mede-schuldig
en mede-plichtig’ zijn?
En laten
we nu niet denken dat dit alleen bij een ander gebeurt, dit soort situaties
komen meer voor dan u denkt. Hoe zo vier ogen?
Hier waren meer dan 20 ogen niet genoeg.
We zien
wel, maar we zeggen het niet.
Jaap
Peters zegt het zo mooi ‘waar regels
zijn, is geen aandacht’.
En wat
prachtig dat er gelukkig steeds meer kindercentra zijn die weten dat
formalisering en regulering nooit de basis kunnen zijn voor kwalitatief goede
kinderopvang. Wel aandachtige, deskundige, verantwoordelijke en betrokken
medewerkers.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten