Totaal aantal pageviews

zondag 27 mei 2012

Hoeveel ogen heb je nodig om te zien?



Het vier-ogen principe, nooit meer alleen op de groep, want dan gebeuren er ongelukken! Vier ogen zouden meer zien dan twee.  Laat ik u dit vertellen, hoe meer ogen, hoe minder we zien. Of zien we wel, maar is er iets anders aan de hand?

Mag ik u een waargebeurd verhaal vertellen?  Ik heb het niet zelf meegemaakt, maar ik kreeg dit verhaal uit de eerste hand. Een collega vertelde me het volgende:

In een kindercentrum zit een klein baby’tje, in een wipstoeltje in een hele grote hal. Het kindje zit er wat ongelukkig bij, helemaal scheef gezakt en onderuit. Het ziet er niet makkelijk en comfortabel uit.
Een groep locatiemanagers die in dat kindercentrum een vergadering hebben lopen langs dat kleine baby’tje naar buiten. Er is een lunchpauze gepland en de deelnemers komen na een half uur weer opgefrist binnen.

Mijn collega, die een onderdeel uit de vergadering begeleid, hoort het volgende wanneer zij weer binnen komen ‘Heb je dat gezien, dat baby’tje, dat baby’tje in de speelhal? Dat kan toch niet, die ligt nu zeker al meer dan een half uur zo ongelukkig en onderuitgezakt in dat wipstoeltje’? De een na de ander verbaast zich over hoe dat nu mogelijk is.

Meer dan 10 mensen, meer dan 20 ogen lopen twee maal langs dat baby’tje.  Iedereen ziet het en iedereen zegt er wat van wanneer ze eenmaal in de vergaderruimte zijn aangekomen.  Maar gelukkig komt het moment, heel snel al,  dat de managers zelf tot de ontdekking komen dat iedereen het ziet, maar dat niemand er wat van zegt of wat aan doet. Want ja, dit is niet hun eigen locatie.
Een dappere manager neemt een besluit en gaat terug, zij gaat een interventie plegen, dat hebben zij tenslotte geleerd in hun opleiding. Het is een prima interventie voor dat moment, want de betreffende pedagogisch medewerker wordt aan het denken gezet en doet direct iets aan de situatie. Het kindje wordt lekker op een speelkleed gelegd en kan zich gaan bewegen zoals dat bij kinderen hoort.

Dit soort praktijkverhalen horen en zien wij, de maatschap, wel vaker. In onze opleiding hebben we het er natuurlijk over.
Hoe komt het dat we vaak niet durven te interveniëren? Niet alleen vinden we het vaak erg moeilijk op onze eigen locatie, maar het lijkt haast onmogelijk op de locatie van een andere leidinggevende.  
Maar van wie zijn die kinderen dan, die zijn toch ieders verantwoordelijkheid?
En realiseren we ons, dat wanneer we eenmaal iets zien dat niet door de beugel kan, dat we dan ook ‘mede-schuldig en mede-plichtig’ zijn?

En laten we nu niet denken dat dit alleen bij een ander gebeurt, dit soort situaties komen meer voor dan u denkt. Hoe zo vier ogen?  Hier waren meer dan 20 ogen niet genoeg.
We zien wel, maar we zeggen het niet.

Jaap Peters zegt het zo mooi ‘waar regels zijn, is geen aandacht’.
En wat prachtig dat er gelukkig steeds meer kindercentra zijn die weten dat formalisering en regulering nooit de basis kunnen zijn voor kwalitatief goede kinderopvang. Wel aandachtige, deskundige, verantwoordelijke en betrokken medewerkers.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten