Totaal aantal pageviews

donderdag 13 maart 2014

Ben je het afvoerputje?

Wat een vreemde titel! Ik heb er lang over nagedacht, maar kan niet zo gauw een andere metafoor bedenken die zo treffend is.

Hoe vaak komt het voor dat een medewerker even bij je langs komt en vraagt om je aandacht? Regelmatig vermoed ik.
Hoe vaak komt het voor dat die medewerker haar ellende even uit wil storten, haar gram wil halen, haar hart komt luchten?
Ook met regelmaat als we de managers geloven die we coachen en opleiden.

Mag ik eens een voorbeeld uit de praktijk voorleggen?

Een manager laat in onze opleidingsgroep een video zien van een gesprek dat ze laatst voerde. Het gesprek was niet gepland, maar haar camera stond klaar, dus op het moment dat haar medewerker aanklopte met de vraag ‘heb je even tijd’, heeft zij, in overleg met de medewerker, de camera aangezet.
We zien een luisterende manager, zij knikt, humt en beaamt. ‘He wat vervelend voor je’, horen we haar zeggen en vervolgens ‘kan ik wat voor je doen’?.  We horen de medewerker die vertelt over de problemen die ze heeft met de veranderingen van rooster, dat collega’s niet erg begripvol zijn voor haar situatie, dat ze van thuis uit ook al geen medewerking heeft. Haar partner heeft daarnaast ook nog ontslag gekregen, waardoor het thuis wel allemaal erg op haar neerkomt. Kortom het is echt een hele bak ellende.
Na een monoloog van een kwartier stapt de medewerker op. ‘Fijn dank je wel, ik begrijp dat jij er toch niets mee kunt, maar het is wel lekker om even zo je verhaal kwijt te kunnen’.
De manager blijft wat verward achter, maar is blij dat ze wat heeft kunnen betekenen.

Wat wilde je met dit gesprek? vragen we de manager. De manager antwoordt dat dat toch duidelijk was? Zij wilde een luisterend oor zijn en vindt dat een belangrijke rol voor een manager en daarnaast vindt ze het zo onbeleefd om de medewerker te onderbreken, dus daarom duurde het wel even. En kennelijk heeft het geholpen want de medewerker is opgelucht de deur uitgelopen.
Nu leggen we even de relatie met de titel, klinkt het niet of je als prullenbak voor je medewerker bent gebruikt? Of misschien zelfs als afvoerputje?

In de gezamenlijke analyse wordt duidelijk dat dit een veel effectiever gesprek had kunnen zijn. Effectiever wanneer de manager haar rol als leidinggevende beter had ingenomen, heldere vragen had gesteld en zich als coach en leidinggevende opgesteld en niet als afvoerputje.


Ons (e-)boek dat binnenkort verschijnt over effectieve gespreksvoering geeft heldere voorbeelden, tips en suggesties.

zondag 27 mei 2012

Hoeveel ogen heb je nodig om te zien?



Het vier-ogen principe, nooit meer alleen op de groep, want dan gebeuren er ongelukken! Vier ogen zouden meer zien dan twee.  Laat ik u dit vertellen, hoe meer ogen, hoe minder we zien. Of zien we wel, maar is er iets anders aan de hand?

Mag ik u een waargebeurd verhaal vertellen?  Ik heb het niet zelf meegemaakt, maar ik kreeg dit verhaal uit de eerste hand. Een collega vertelde me het volgende:

In een kindercentrum zit een klein baby’tje, in een wipstoeltje in een hele grote hal. Het kindje zit er wat ongelukkig bij, helemaal scheef gezakt en onderuit. Het ziet er niet makkelijk en comfortabel uit.
Een groep locatiemanagers die in dat kindercentrum een vergadering hebben lopen langs dat kleine baby’tje naar buiten. Er is een lunchpauze gepland en de deelnemers komen na een half uur weer opgefrist binnen.

Mijn collega, die een onderdeel uit de vergadering begeleid, hoort het volgende wanneer zij weer binnen komen ‘Heb je dat gezien, dat baby’tje, dat baby’tje in de speelhal? Dat kan toch niet, die ligt nu zeker al meer dan een half uur zo ongelukkig en onderuitgezakt in dat wipstoeltje’? De een na de ander verbaast zich over hoe dat nu mogelijk is.

Meer dan 10 mensen, meer dan 20 ogen lopen twee maal langs dat baby’tje.  Iedereen ziet het en iedereen zegt er wat van wanneer ze eenmaal in de vergaderruimte zijn aangekomen.  Maar gelukkig komt het moment, heel snel al,  dat de managers zelf tot de ontdekking komen dat iedereen het ziet, maar dat niemand er wat van zegt of wat aan doet. Want ja, dit is niet hun eigen locatie.
Een dappere manager neemt een besluit en gaat terug, zij gaat een interventie plegen, dat hebben zij tenslotte geleerd in hun opleiding. Het is een prima interventie voor dat moment, want de betreffende pedagogisch medewerker wordt aan het denken gezet en doet direct iets aan de situatie. Het kindje wordt lekker op een speelkleed gelegd en kan zich gaan bewegen zoals dat bij kinderen hoort.

Dit soort praktijkverhalen horen en zien wij, de maatschap, wel vaker. In onze opleiding hebben we het er natuurlijk over.
Hoe komt het dat we vaak niet durven te interveniëren? Niet alleen vinden we het vaak erg moeilijk op onze eigen locatie, maar het lijkt haast onmogelijk op de locatie van een andere leidinggevende.  
Maar van wie zijn die kinderen dan, die zijn toch ieders verantwoordelijkheid?
En realiseren we ons, dat wanneer we eenmaal iets zien dat niet door de beugel kan, dat we dan ook ‘mede-schuldig en mede-plichtig’ zijn?

En laten we nu niet denken dat dit alleen bij een ander gebeurt, dit soort situaties komen meer voor dan u denkt. Hoe zo vier ogen?  Hier waren meer dan 20 ogen niet genoeg.
We zien wel, maar we zeggen het niet.

Jaap Peters zegt het zo mooi ‘waar regels zijn, is geen aandacht’.
En wat prachtig dat er gelukkig steeds meer kindercentra zijn die weten dat formalisering en regulering nooit de basis kunnen zijn voor kwalitatief goede kinderopvang. Wel aandachtige, deskundige, verantwoordelijke en betrokken medewerkers.